Hypotheken voor doorstromers
Je bent doorstromer als je van het ene huis naar het volgende gaat. Bij het verkrijgen van een hypotheek spelen dezelfde overwegen als bij een starter. Maar daar bovenop spelen er nóg een paar punten.
Doorstromer: Overwaarde investeren
Als je je vorige woning verkoopt realiseer je vaak overwaarde. Dat is het verschil tussen de verkoopprijs en de hypotheek die nog op de woning rust. Dan is het de bedoeling dat je die overwaarde investeert in de nieuwe woning. Dat stuk van de koopprijs hoef je dan dus niet meer te lenen. Doe je dat niet, dan is de hypotheekrente over datzelfde stuk van je nieuwe lening, fiscaal niet aftrekbaar. Daarnaast speelt dan natuurlijk de vraag of je de financiering wel rond kunt krijgen.
Hypotheekvorm
Sinds 2013 is de enige hypotheekvorm die leidt tot renteaftrek, de annuïteitenhypotheek of de lineaire hypotheek. In beide varianten los je maandelijks een stukje van je hypotheek af. Kies je een andere vorm, waarbij je dus niet maandelijks aflost, dan kun je de rente niet aftrekken.
Aflossen
Sinds 2013 moet je een hypothecaire lening in maximaal 30 jaar aflossen. Een kortere tijd mag wel, langer dus niet. Die 30 jaar kun je niet oprekken door na een paar jaar weer een nieuwe hypotheek te nemen. Stel dat je in 2015 een hypotheek hebt afgesloten van 2 ton. In 2020 verhuis je en je hebt weer een nieuwe hypotheek nodig hebt, deze keer van 3 ton. Dan geldt dat je de eerste 2 ton van die 3 ton in 25 jaar moet aflossen (want je hebt er al 5 jaar op zitten). Alleen voor dat nieuwe stuk van 1 ton geldt een nieuwe aflosperiode van 30 jaar.
Voor degenen die echter al vóór 2013 een hypotheek hadden waarop niet maandelijks werd afgelost, geldt overgangsrecht. Zij mogen dat stukje van de oude hypotheek “meenemen” naar de nieuwe hypotheek. Maar dan mag dat stuk niet groter zijn dan de helft van de waarde van de woning. Zo kan het dus voorkomen dat er nog steeds nieuwe hypotheken ontstaan die voor een deel aflossingsvrij zijn.